In Oostelbeers herinnert een kunstwerk aan het schijnvliegveld dat de Duitsers in augustus 1940 daar hebben aangelegd. Het is geplaatst op initiatief van Heemkundekring Den Beerschen Aard. Aan beide zijden van de Langereijt, de weg van Oostelbeers naar Oirschot, werd door de Duitse bezetter in augustus 1940 een schijnvliegveld aangelegd. Het ging erom de geallieerde bommenwerpers, op weg om het Duitse militaire vliegveld ‘Fliegerhorst Eindhoven’ te bombarderen, te misleiden.
In 2018 werd het plan opgepakt door de ‘werkgroep 75 jaar Vrijheid’ van de heemkundekring om een kunstwerk op te richten geïnspireerd op het nepvliegtuig. Het werd een 9 meter lange ijzeren romp van een Messerschmitt ME 109 vliegtuig met eronder nog de originele rails van het schijnvliegveld. Het vliegtuig is, onder grote belangstelling, 24 oktober 2019 onthuld.
Het schijnvliegveld zelf lag bij de achter de ‘Pels Rijcken Hoeve’ van de familie Gerritsen. Er werd een 300 meter lange ‘startbaan’ aangelegd en er waren nephangars, landingslichten, kanonnen en barakken. Achter het woonhuis aan de Hanenberg 1 stond een houten uitkijktoren. Op de startbaan lag een rails en wanneer de Duisters vernamen dat de geallieerde bommenwerpers naderden, werd een houten replica van een jachtvliegtuig op een lorrie over de rails getrokken, alsof het ging opstijgen. Dat ‘vliegtuig’ moest lijken op een Messerschmitt ME 109. Een groot gebied rond het schijnvliegveld werd spergebied. Een gebied waar je op bepaalde tijden niet mocht komen. De misleiding is niet gelukt. Volgens de volksverhalen zou de RAF het spelletje door hebben gehad en het vliegveld hebben bestookt met houten nepbommen, om aan te geven dat ze er niet in geloofden. Het terrein is veelvuldig gebruikt door Duitse bommenwerpers, om hun bommen kwijt te raken als ze door omstandigheden hun dodelijke last niet boven Engeland hadden kunnen afwerpen. Op de terreinen aan weerszijden van de Langereijt zijn gedurende de oorlog honderden bommen, van allerlei soort, terechtgekomen. Daardoor vielen er slachtoffers en liepen de boerderijen en woonhuizen in de omgeving veel schade op.
(foto en tekening: collectie Heemkundekring Den Beerschen Aard)